Na ruim 5 jaar heb ik twee maanden geleden besloten om per 1 januari te stoppen als kernlid. De Wonne heeft me veel gebracht. Ik kwam hier toen ik zelf net gescheiden was, en ik kwam hier mensen tegen die ook een relatiebreuk achter de rug hadden. Ik hielp hier, maar werd zelf ook geholpen. Ik heb ook de waarde van het samenwonen met anderen leren kennen. Je bent nooit alleen, je kunt altijd wel bij iemand je verhaal kwijt. Het schuurt soms ook, maar daar waar mensen met respect met elkaar omgaan en in dialoog blijven, ontstaat daardoor juist glans. En door De Wonne kwam er ook weer opnieuw een liefde in mijn leven en vond ik in Ludger een lieve partner.
Bij mijn 5 jarig jubileum stond het verhaal van de barmhartige Samaritaan centraal, een verhaal wat mij ook al lang inspireert. In De Wonne heb ik veel aspecten van barmhartigheid leren kennen. Het is niet alleen liefdadigheid, maar kost ook moeite en betekent soms ook hard optreden.
Het laatste jaar voelde ik steeds meer dat het veel van me vergde, het voelde steeds zwaarder. De vraag of De Wonne nog wel een goede plek voor mij was kwam steeds meer bij mij naar boven. Ik voelde me overprikkeld, overbelast. Er waren steeds meer taken op ieders bordje doordat we van 6 naar 3 kernleden zijn gegaan. Daarnaast heb ik het afgelopen jaren privé veel meegemaakt, de opname in een verpleeghuis en overlijden van mijn moeder, daarna werd mijn vader ernstig ziek. Maar ik ontdekte dat het ook te maken heeft met mijn introverte karakter en sensitiviteit. Ik heb veel tijd nodig om prikkels te verwerken, ik heb tijd nodig om na te denken voordat ik reageer, als er veel om me heen gebeurt heb ik rust nodig om dit te verwerken. Ik merkte dat conflicten me lang bezig houden en veel energie kosten. Ik ben een retraite gaan volgen om daarover na te denken en merkte dat ik door de vele prikkels en het gericht zijn op de behoefte van anderen mijn eigen behoeften en intuïtie niet meer goed waarnam. Er werd een tekst gelezen die mij raakte van Bernardus van Clairveaux:
“Wees verstandig, en maakt jezelf tot waterbekken en niet tot een afwateringskanaal. Een afwateringskanaal loost het water onmiddellijk zodra het water binnenkomt. Een waterbekken wacht totdat het geheel vol is. Dan pas begint het over te lopen. Een waterbekken deelt uit van eigen volheid, terwijl het zelf gevuld blijft. Liefde vloeit over. Ze houdt voor zichzelf wat ze zelf nodig heeft. En wat ze heeft wil ze in overvloed hebben om rijk te kunnen zijn ook voor anderen.”
Het deed me beseffen dat ik eerst mag houden wat ik zelf nodig heb, voordat ik kan uitdelen aan anderen. En om mezelf te vullen heb ik behoefte aan wat rust en tijd.
Maar dat betekent niet het verlangen om een thuis te bieden en mensen nabij te zijn weg is. En dat maakte deze stap ook wel moeilijk. Mijn geweten en het gevoel de andere kernleden in de steek laten speelde ook op. Maar ik denk ook dat deze stap ertoe bijdraagt dat ik op een manier hier aanwezig kan zijn waarbij mijn kwaliteiten beter tot hun recht zullen komen. In de toekomst zal ik nog mijn weg moeten vinden in mijn nieuwe positie als inwonend vrijwilligster, maar ik wil graag nog ondersteunend aanwezig zijn.
Op 10 januari werd dit moment gemarkeerd met een speciale viering in de kapel, met daarna nog een gezellig samenzijn. De viering en de avond waren voor mij hartverwarmend! Door alle lieve wensen en de heerlijke taarten die een huisgenoot had gebakken!
Daniëlle Geleijns